Wat is Ergotherapie?
Mensen zijn over het algemeen erg veerkrachtig en creatief in het omgaan met veranderende omstandigheden. De dagelijkse dingen moeten toch gebeuren thuis, op school of op het werk.
Wanneer je geconfronteerd wordt met overbelasting, ziekte of ongeval kan je veerkracht onder druk komen te staan. Het doen van je dagelijkse activiteiten kan dan uitdagend zijn. Of het nu gaat om dat wat je graag wilt doen, wat je moet doen of dat wat van je verwacht wordt.
Een ergotherapeut heeft een brede kijk op dagelijkse activiteiten en brengt samen met jou in kaart waar de kansen en uitdagingen liggen. Welke cognitieve en motorische vaardigheden zijn er nodig? Wat is de invloed van de omgeving? Welke vaardigheden zijn te trainen en waar is mogelijk een aanpassing nodig?
Een ergotherapeut kijkt vooral naar wat iemand wél kan. Het accent ligt niet op de (eventuele) medische diagnose, maar op het totale functioneren en hoe je daarin met je klachten omgaat.
Wat is Haptonomie?
Haptonomie gaat over aanraken, voelen en verbinding. We komen voelend ter wereld, we raken aan en verbinden ons. Dit zijn natuurlijke eigenschappen, net als denken en doen. We leven in een maatschappij die vooral gericht is op prestatie, effectiviteit en rationaliteit. Vaak is er weinig ruimte meer voor gevoel en emoties. Dit kan ertoe leiden dat we zelf ook slecht ‘luisteren’ naar de behoefte en signalen van ons lichaam, met allerlei mogelijke klachten tot gevolg. Denk daarbij alleen maar aan alle klachten van stress en overbelasting. Door met nieuwsgierigheid te luisteren naar de signalen van je lichaam kunnen deze weer samen met ons verstand richting geven aan ons handelen. Als verstand en gevoel in balans zijn zal dat leiden tot meer rust en ontspanning, tot minder onvrede en minder lichamelijke en/of psychische klachten.
Het metafoor van de ruiter en het paard kan dit nog concreter maken. De ruiter staat voor het denken, ons hoofd. Het paard staat voor het voelen, het lijf. In de haptonomie vraag je je af of de ruiter het paard goed kent. Weet de ruiter wanneer het paard moet rusten, eten en drinken, wil rennen door de wei of geborsteld moet worden. Of denkt de ruiter ‘Niks mee te maken het paard (mijn lijf) moet doen wat ik zeg, zweep erover en gaan’ Het paard (je lijf) wint echter altijd. Het wordt moe, ziek of raakt geblesseerd. Ruiter en paard functioneren het beste als ze afstemmen op elkaar. Als denken en voelen en doen in balans zijn.
Waarom we doen wat we doen heeft altijd een goede reden. Vanuit onze opvoeding, scholing en ervaringen in ons leven worden we gevormd. Alleen: “past het me nog zoals ik het doe, of geeft mijn lijf aan dat het wellicht anders moet”. Met haptonomie kun je erachter komen waar de schoen wringt en wat passend is om anders te doen.